Prenatale screening tijdens de zwangerschap

Als je zwanger bent, hoop je natuurlijk dat je kindje helemaal gezond ter wereld komt. En gelukkig is dat in 96% van de gevallen ook zo. Als je ouder bent dan 36 jaar, een erfelijke aandoening hebt of de drager van een bepaald gen bent, is de kans op afwijkingen groter.Tijdens de zwangerschap kun je al heel veel te weten komen over de gezondheid van je baby in je buik. Zo kun je met behulp van prenatale screening laten berekenen of je kind een verhoogde kans heeft op bijvoorbeeld het syndroom van Down. Als de uitslag van deze screening daar aanleiding toe geeft, kun je aan de hand van prenatale diagnostiek bepalen of dit inderdaad het geval is. Of dat je kind wellicht andere aangeboren of erfelijke aandoeningen heeft.

Een prenatale screening is niet verplicht, je kunt ervoor kiezen. Als je ouder bent dan 36 jaar, wordt de screening standaard uitgevoerd. Voor veel toekomstige ouders is het een lastige keuze om wel of niet een test te laten uitvoeren. Een onderzoek kan je geruststellen, maar het kan ook voor een hoop onzekerheid zorgen. Wat als de uitslag van de test negatief uitvalt? Dan moet je een moeilijke keuze maken. Een prenatale screening geeft altijd een kansberekening weer; daarna zijn er nog aanvullende tests nodig om met zekerheid vast te stellen of je kindje iets mankeert. Sommige stellen vinden het fijn om zo’n screening te laten uitvoeren, zodat ze weten wat ze kunnen verwachten en op basis daarvan een (moeilijke) keuze kunnen maken. Andere stellen willen juist weer niet voor die keuze komen te staan.

Welke prenatale tests kan ik laten doen?

Er zijn verschillende testen en onderzoeken om de gezondheid van je kindje in kaart te brengen. Niet elke prenatale test meet echter hetzelfde. Hierbij een overzicht van de diverse tests:

• Combinatietest: deze kan tussen de 9e en 14e week van je zwangerschap gedaan worden. De test bestaat uit een bloedonderzoek en een nekplooimeting door middel van een echo. Aan de hand van de uitslag wordt in combinatie met je leeftijd en duur van je zwangerschap de kans berekend op het krijgen van een kindje met het Down-, Patau- of Edwardssyndroom
• Vlokkentest: deze kun je tussen de 11e en 14e week van je zwangerschap laten uitvoeren. Deze test onderzoekt de chromosomen van je kind op eventuele afwijkingen. De meest voorkomende chromosoomafwijking veroorzaakt het syndroom van Down
• Vruchtwaterpunctie: kan uitgevoerd worden na 15 weken en stelt vast of je kind bepaalde afwijkingen heeft. Er wordt een klein beetje vruchtwater ui je baarmoeder gehaald
• 20-wekenecho: is vooral bedoeld om de kans op een open rug of open schedel bij je kind op te sporen. Er wordt tijdens deze echo ook gekeken naar de ontwikkeling van de organen van je kind, de groei en de hoeveelheid vruchtwater. Lees ook: de 20-wekenecho

Sommige prenatale brengen een (klein) risico met zich mee; je hebt een zeer kleine kans op een miskraam. Bij de vlokkentest is die kans 0.5% en bij een vruchtwaterpunctie 0.3%.